top of page

De benodigdheden voor een korset

 

Korsetten zitten behoorlijk complex in elkaar. Maar je kunt het natuurlijk zo makkelijk en zo moeilijk maken als je zelf wilt. Hieronder vind je de spullen die gebruikt (kunnen) worden bij het maken van een korset. En ook hier kun je alle kanten mee op.

 

 

Handige links en enkele winkels die korsetmaterialen verkopen zijn: 

Ria's Fournituren

Een steekje los 

Farthingales

Corset Patents

How to make a Victorian Corset

Marquise

Nehelenia Patterns

Sew Curvy

Vena Cava Design

Jan de Grote Kleinvakman

Patroon

In de eerste plaats heb je een patroon nodig om te kunnen volgen, als je een korset in elkaar gaat zetten. Deze kun je zelf maken, kopen in tijdschrift, fournituurwinkel of via internet, maar je kunt ze ook gratis vinden op internet. Je moet ze dan wel even zelf uitvergroten tot je de juiste maten hebt.

 

Bij het maken van een korset zijn de borstomvang, de tailleomvang en de heupomvang het belangrijkste. De lengte verschilt meestal niet zo veel. Pas de patroondelen aan naar jouw maten en je kunt al aan de slag! Maak altijd eerst een proefmodel om te kijken hoe het model zit en wat er aangepast moet worden voor de perfecte pasvorm. Dit scheelt een hoop dure materialen als het toch niet zo mooi blijkt te zijn als je hoopte...

 

Stof

Een korset moet stevig en sterk zijn, en dat lukt niet als de stof rekt. Rekbare stof in een korset gaat op den duur uitzakken. Voor een historisch korset is het leuk om stoffen te gebruiken die in die tijd ook gebruikt werden. Dat kleedt meteen mooi af.

  • Voeringstof: Voor een stevig korset, gebruik je een stevige voeringstof. Maar je kunt ook kiezen voor een ademende of gladde stof, zodat het korset aangenaam draagt. In dit geval moet de buitenstof extra verstevigd worden. Als je het goed doet, krijgt niemand behalve jij de voering te zien, dus hiervoor maakt de kleur en soort stof niet zoveel uit. Behalve als je een lichte buitenstof gebruikt. Dan kan de kleur van de voering misschien door de buitenstof heen schijnen.

  • Buitenstof: Als je hier een dunne stof wilt, dan kun je deze verstevigen met plakvliseline of een tweede laag (stevigere) stof. Pas op dat de kleur van de plakvliseline niet door de buitenstof heen schijnt. Voor een klassiek korset kun je satijn, brokaat of een simpele katoen gebruiken. Voor een fetisch korset gebruik je lak, (nep)leer of rubber. Langharig nepbont geeft een grappig effect. Voor een speciaal effect kun je kant over de stof heen stikken, in dezelfde of een complementaire kleur. Je kunt ook in de panden kleuren of desings afwisselen.

  • Plakvliseline: De eerste verstevigde stof die gebruikt werd, was linnen die verstijfd was met lijm en wol. Gelukkig hebben we tegenwoordig plakvliseline. Dit is een laagje stof dat je met de glimmende waskant op de stofdelen strijkt. Het is verkrijgbaar in dik en dun, wit en zwart, linnen, katoen, enz.

 

Koord

Een sterk, niet te dik koord, kan ook gebruikt worden om het korset te verstevigen. Dit wordt tussen de stoflagen in genaaid. Sommige korsetten zijn alleen maar verstevigd met touw. Deze versteviging voorkomt ook het rimpelen van de stof.

 

Haakjes(band)

Losse haakjes kun je gebruiken om de ruimte onder en/of boven de busk te sluiten, maar je kunt ook het band gebruiken als voorsluiting bij gebrek aan een busk. Vergeet dan niet baleinen erachter te zetten. Een korset met zo'n sluiting zal echter nooit strak aangeregen kunnen worden. 

 

Nestels

Dit zijn de ringen waarmee de rijggaten verstevigd worden. Deze moeten aan beide kanten van de achtersluiting op gelijke afstand van elkaar komen. Bij een pakje ringetjes zit een hulpmiddel waarmee je de nestels er met een tang of hamer in kunt slaan. De staafjes komen aan de buitenkant en de ringetjes zitten aan de binnenkant van het korset. 

Elizabethaanse korsetten hadden geen nestels. In die tijd bewerkten ze de rijggaten als knoopsgaten. Of ze zetten platte metalen ringen aan beide kanten van het gat, die ze door de stof heen erop naaiden, als versteviging. Je kunt ook proberen om er stof overheen te naaien. Dit versterkt de gaten en ziet er historisch uit.

Om je rug te beschermen tegen de nestels, kun je een rijgbeschermer innaaien of inrijgen. Dit stuk stof bedekt middenachter zodat het beschermd tegen de rijgsels en nestels en zit aan het korset gestikt of tussen de rijgsels geweven. 

 

Rijgveters

Deze moeten lang en sterk zijn. Als je ze in een bijpassende kleur wilt, dan kun je ongebleekte veters kopen en deze zelf verven. Bij een voorsluiting heb je een kortere veter nodig dan bij een achtersluiting, omdat je daar meer werkruimte nodig hebt. Vijf meter zou voldoende moeten zijn. Bij een lang korset dat je zelf inrijgt wordt dat 7 meter en bij een voorsluiting zou 3 meter voldoende moeten zijn. Je kunt ook lint of gewaxt koord gebruiken; dat glijd makkelijk.

Leg geen knopen in de uiteindes van onafgewerkte veters; dan rijgen ze niet meer goed omdat ze te dik zijn. Je kunt het uiteinde afbinden met een stukje alluminiumtape, maar je kunt het ook omwikkelen met (goud) garen. Het uiteinde van het garen kun je met een naald onder de rest steken en tot slot kan je het verstevigen door er een druppeltje lijm onder te doen. Nylonkoord kun je ook afwerken door de uiteinden in een vlam te smelten, maar erg mooi staat dit niet. Je kunt een stukje koperbuis met een kleine diameter over het veteruiteinde heen schuiven en dichtknijpen. Een mooie historische variant hiervan zijn aglets, die je aan het koorduiteinde bevestigd met lijm of een paar steken, waardoor het uiteinde bedekt wordt met een sierlijk stuk puntig metaal. Tot slot kun je smal krimpkous kopen en dit om het uiteinde van de veter of het lint schuiven. Afknippen, even smelten boven een vlam waardoor het krimpt en vervolgens nog even bijknippen. 

Keperband

Dit is een redelijk brede stoffen band in keperbinding, waarmee je de baleinschachten kunt maken of verstevigen. Mooi versierd band kun je gebruiken voor lintkorsetten (stik het katoen aan de buitenkant over de baleinen ter versiering). Breed band kun je om de taille heen stikken om strak te kunnen rijgen. Dit neemt wat van de druk weg van de naden in de stof.

 

Biasband

Met dit band werk je de randen van het korset af, maar je kunt het ook gebruiken om mooie baleinschachten mee te maken, mits je het extra verstevigd. In plaats van biasband kun je ook sterk breed lint gebruiken voor het afwerken van de randen.

 

Baleintape

Dit is een tunnel van stevig katoen die je in je korset kunt naaien als baleinschacht. Beugelband werkt hier ook goed voor, als je baleinkapjes gebruikt die hier in passen. 

 

Knopen

Korsetten hadden knopen of haken nodig om de petticoat, jarretelles en rokken onder de taillelijn te houden, zodat het slankste punt goed zichtbaar bleef. Reformkorsetten hadden vaak een voorsluiting van knopen.

 

Jarretelles

Sommige korsetten hebben de mogelijkheid om er jarretelles aan vast te maken. De jarretelles kunnen met haakjes vastgemaakt worden aan bandjes, die onder de rand van het korset zijn genaaid.

 

Baleinen

Er zijn verschillende soorten baleinen met allemaal hun eigen eigenschappen. 

Spiraalbaleinen passen in de ronde naden en flexibele delen (bv. aan de zijkanten) van het korset en de platstaal baleinen gaan op de rechte delen (middenvoor en -achter) of waar extra steun nodig is (zoals op de rug of juist over de buste). Je kunt ervoor kiezen om verschillende soorten baleinen in een korset te combineren (of juist niet) om een bepaalde stijl te creëren. Voor een historisch korset kun je beter ook de originele posities van baleinen uit die tijd toepassen, omdat deze de vorm van het korset bepalen. Baleinen zijn kant en klaar op maat, maar ook per meter te koop. Deze moet je zelf op maat knippen en de punten afwerken. Voor extra stevigheid kun je twee baleinen naast elkaar innaaien.

  • Plastic baleinen en alternatieven werken niet allemaal even goed. Voordeel hiervan is dat ze flexibel zijn, licht in gewicht en makkelijk te bewerken. Nadeel is dat ze snel in een bepaalde vorm blijven zitten, waardoor bijvoorbeeld toch dat buikje zichtbaar blijft. Ook geven ze niet veel steun, dus je hebt veel nodig. Synthetisch walvisbalein is een hoog geprezen plastic balein omdat dit zich vormt naar het lichaam tijdens het dragen, net zoals echte walvisbaleinen doen.

  • RietVanaf 1465 werd gedroogd riet in de baleintunnels geschoven. Ze ademen goed, geven veel steun en buigen niet op de taille. Gebruik stengels van ongeveer 2 mm dik. Na de ontdekking van de walvisbaleinen werden ze niet meer gebruikt. Voor gebruik even weken in water zodat je ze recht kunt trekken. Daarna met de platte delen op elkaar dubbel in de baleinschachten schuiven. Ze geven niet veel steun, dus je hebt best wat nodig.

  • Walvis baleinen: Dit zijn de lange haarborstels waarmee de walvis plankton en krill uit het water filtert. Vooral de Right Whale werd hiervoor gebruikt (vandaar de naam). De borstelharen zijn makkelijk te splijten in smalle strips, terwijl het toch stevig blijft. Het kan gesneden worden met een mes of schaar en de uiteinden kun je bewerken met een nagevijl. De balein is stevig, licht en stijf, maar toch flexibel. Het is net zo elastisch als een plastic balein en heeft een ronde vorm. Het kan makkelijk gebogen worden als het in water wordt geweekt, zodat je het in gebogen tunnels kan schuiven. Oude walvisbaleinen worden niet aangeraden voor hergebruik. Omdat ze uitgedroogd zijn, kunnen ze breken en versplinteren. Vanaf 1850 waren walvissen zo zeldzaam geworden dat de prijs van walvisbaleinen omhoog schoot en er alternatieven werden gebruikt, zoals hoorn, plat staal en spiraal baleinen. Tegenwoordig mag je baleinen wel nemen van overleden walvissen, maar niet meer (ver)kopen. 

  • HoornAls hoorn voorgevormd moest worden, dan werd het gestoomd. Daarna was het flexibel genoeg om in gebogen tunnels te kunnen. Ook hoorn wordt tegenwoordig niet meer gebruikt. 

  • Spiraal baleinen: Deze baleinen lijken op een platgeslagen springveer. Hij is net zo buigzaam en licht, wat ze ideaal maakt voor gebogen naden. Ze zitten stevig en toch comfortabel en ze breken niet. Maar gebruik ze alleen voor gebogen naden, want voor de andere delen zijn ze vaak te flexibel. Eén cm breed is goed voor een flexibel korset of een S-lijn korset. Baleinen van 0,5 cm breed gaan goed over de borsten. Als je ze zelf knipt, heb je baleinstoppers nodig, omdat de randen scherp zijn en door de stof heen kunnen prikken. De baleinen van 1 cm breed zijn goed voor extra steun, maar gaan ook goed in het Victoriaanse korset. Een klein of licht korset kan baleinen van 0,5 cm gebruiken. Voor een groot, extra stevig of Elizabethaans korset, neem je baleinen van 1,3 cm breed.

  • Brede plastic baleinenDeze hardplastic baleinen verstevigen goed, maar zijn in een korset niet optimaal. Ze knikken in de taille, wat niet erg prettig zit. Maar ze zijn makkelijk op maat te knippen met een schaar en het afronden van de uiteinden gaat hier ook goed mee.

  • Rigilene: Deze baleinen zjin van polyester, maar niet te vergelijken met plastic baleinen. Ze zijn goedkoop maar geven alleen lichte versteviging, geen steun. Na het knippen, werk je de uiteindes af door ze in een vlam te smelten (pas op de walm en de gesmolten uiteinden!). Je kunt er dwars doorheen naaien zodat je ze met een satijn zigzagsteek op de stof vast kunt zetten. Je moet het nog steeds tussen 2 lagen stof zetten want het is niet zacht op de huid. In plaats van rigilene baleinen, kun je ook tieraps gebruiken. Deze zijn in alle kleuren en maten te vinden en zijn makkelijk te knippen. Ze hebben ongeveer dezelfde eigenschappen als rigilene, maar tieraps zijn nog goedkoper.

 

Baleinstoppers

Met deze kapjes bedek je de uiteinden van onafgewerkte baleinen, om zo de stof en de drager te beschermen tegen de scherpe randen. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende breedtes en sommige zijn zelfs doorstikbaar (let er wel op dat de balein dan ook doorstikbaar is!).

 

Busk

Origineel is dit een stuk hout, ivoor, walvisbalein, metaal, bot of hoorn van ongeveer 2,5 cm breed, 25-35 cm lang en met een smalle, ronde onderkant. Het werd in een zakje middenvoor in het korset gestoken en vastgebonden met een koord dat door 2 gaatjes aan de bredere bovenkant ging (het strikje in het midden van de bh zou nog een overblijfsel zijn van dit buskkoord). Het bovenlichaam wordt recht en plat, wat het doel was van de Elizabethaanse korsetten en de korsetten uit de 17e, 18e en begin 19e eeuw. Ze waren uitbundig ingekerfd en het was vaak een geschenk van een man aan zijn vriendin.

Vanaf 1850 richtte men zich meer op de taille en hoefden de borsten niet meer platgedrukt te worden. De busk verdween en kwam pas 5 jaar later terug als de deelbare busk wat een voorsluiting creeerde in het korset. De busk is niet verplicht in een korset, maar geeft extra steun en een historisch uiterlijk. Je kunt i.p.v. een busk ook 2-4 stalen baleinen naast elkaar in naaien. Dit geeft niet zoveel stijfheid als hout, maar is redelijk stevig. 

  • Houten busk: Met houtbewerking kun je zelf een houten busk maken. Gebruik hiervoor hardhout (voor een barok korset gebruik je eik, es of walnoot, waarvan eik de voorkeur heeft, omdat het de sterkste is en moeilijk breekt) of parket van goede kwaliteit. Dit is ook meteen verbazingwekkend flexibel. Zaag, schuur en vijl de busk op de gewenste maten en boor gaatjes bovenin, waarmee je de busk vaststrikt in het korset. Tot slot smeer je het in met (lijnzaad)olie om het hout te dichten, sterker en mooier te maken, en zelfs waterafstotend. Ben je niet zo goed in handarbeid, dan is een houten liniaal of pollepel ook een goede noodoplossing.

  • Deelbare busk: Deze busk bestaat uit 2 platte ijzeren baleinen, met ogen en pinnen die op elkaar sluiten. Meestal zijn dit er 5, maar ze staan op onregelmatige afstand van elkaar verdeeld over de baleinen. De 2 pinnen die het dichtst bij elkaar staan, zijn voor de onderkant en geven meer controle over de buik. De zware solide stalen busk vormt niet mee met het lichaam en hoort thuis in traditionele strakke korsetten, zoals de Victoriaanse en Edwardiaanse korsetten.

  • Spoonbusk: In 1873 kwam de spoonbusk erbij die zo gevormd was dat deze ruimte voor de buik gaf. De spoonbusk van tegenwoordig mist de lepelvorm, maar is nog steeds licht gebogen voor hetzelfde doel. 

  • In plaats van een busk kun je ook haken en ogen of een rits gebruiken. Onthoud dat beide niet veel spanning aankunnen. Neem in ieder geval een blokrits; die zijn sterker dan spiraalritsen. Je kunt grote haken en ogen kopen, die zo stevig zijn dat je er zelf een sluiting van kunt maken. Als je deze gebruikt, moet je wel aan beide kanten een balein inzetten om openstaande plooien te vookomen. Ook voor deze sluitingen geldt dat je ze niet mag openen, voordat de spanning van het korset af is (de rijgsels los zijn).

  • Als je ervoor kiest om een rijgopening aan de voorkant in te zetten, zorg dan dat deze met baleinen verstevigd is. 

bottom of page